Met het programma werken via de opdrachtregel

U kunt met Kaspersky Anti-Virus via de opdrachtregel werken. De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd:

  • het programma activeren;
  • het programma starten en stoppen;
  • programmacomponenten starten en stoppen;
  • taken starten en stoppen;
  • informatie verkrijgen over de huidige status van componenten en hun taken en statistieken;
  • virusscantaken starten en stoppen;
  • geselecteerde objecten scannen;
  • databases en softwaremodules bijwerken, updates ongedaan maken;
  • beveiligingsinstellingen exporteren en importeren;
  • helpbestanden openen met behulp van de syntaxis van de opdrachtregel in het algemeen en voor afzonderlijke opdrachten.

Syntaxis van de opdrachtregel:

avp.com <opdracht> [opties]

U dient het programma openen via de opdrachtregel in de installatiemap van het programma, of door het volledige pad naar avp.com op te geven.

De lijst met gebruikte opdrachten voor het beheer van het programma en de componenten ervan wordt in de onderstaande tabel voorzien.

START

Start een component of taak.

STOP

Stopt een component of een taak. Deze opdracht kan alleen worden uitgevoerd als het wachtwoord dat toegewezen is via de Kaspersky Anti-Virus-interface, wordt ingevoerd.

STATUS

Toont de huidige status van een component of taak op het scherm.

STATISTICS

Toont de statistieken voor een component of taak op het scherm.

HELP

Toont de lijst met opdrachten en informatie over de opdrachtsyntaxis.

SCAN

Scant objecten op virussen.

UPDATE

Start de programma-update.

ROLLBACK

Maakt de recentste Kaspersky Anti-Virus-update ongedaan. Deze opdracht kan alleen worden uitgevoerd als het wachtwoord dat toegewezen is via de programma-interface, wordt ingevoerd.

EXIT

Sluit het programma. Deze opdracht kan alleen worden uitgevoerd als het wachtwoord dat toegewezen is via de programma-interface, wordt ingevoerd.

IMPORT

Importeert de beschermingsinstellingen van Kaspersky Anti-Virus. Deze opdracht kan alleen worden uitgevoerd als het wachtwoord dat toegewezen is via de Kaspersky Anti-Virus-interface, wordt ingevoerd.

EXPORT

Exporteert de beschermingsinstellingen van het programma.

Elke opdracht vereist zijn eigen specifieke reeks instellingen.

In deze sectie:

Het programma activeren

Het programma starten

Het programma stoppen

De componenten en taken van het programma beheren

Virusscan

Het programma bijwerken

De laatste update ongedaan maken

Beschermingsinstellingen exporteren

Beschermingsinstellingen importeren

Een traceringsbestand maken

Help weergeven

De retourcodes van de opdrachtregel

Met het programma werken via de opdrachtregel